Paragrafen

2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten, die onverwacht en substantieel zijn, te dekken. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit.

Incidentele weerstandscapaciteit
De incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen om calamiteiten eenmalig op te vangen. Het zijn direct aan te wenden middelen voor financiële tegenvallers. Alleen reserves die alternatief aanwendbaar zijn worden meegenomen. Specifieke bestemmingsreserves rekenen we niet mee, omdat een onttrekking uit deze reserves direct van invloed is op de dekking van kosten in de exploitatie. Stille reserves worden eveneens niet meegenomen. Niet duidelijk is in hoeverre stille reserves op korte termijn liquide te maken zijn. In onderstaande tabel staan reserves waar geen claims op rusten.
In onderstaande tabel is de geraamde stand van de reserves vrij besteedbaar per 31 december 2028 van de begroting 2025 opgenomen. De berekende stand van de begroting 2025 is met bijna € 1,5 mln. gestegen ten opzichte van de begroting 2024. Dit komt voornamelijk door de toename van de Algemene reserve vrij besteedbaar.

Vrij besteedbaar 

Stand 2027 in Begroting 2024-2027

 Stand 2028 in Begroting 2025-2028

Algemene reserve vaste buffer

4.500.000

4.500.000

Algemene reserve vrij besteedbaar

7.340.982

9.965.436

Reserve herstructurering openbaar groen

446.286

636.739

Reserve volkshuisvesting

2.399.138

2.431.945

Totaal 

14.686.406

17.543.120

Bovenstaande cijfers zijn eveneens terug te vinden in de bijlage Reserves en voorzieningen, alwaar de standen van alle reserves staan weergegeven.

Structurele weerstandscapaciteit
De structurele weerstandscapaciteit betreft de middelen die eventueel aangeboord kunnen worden om tegenvallers op te vangen. Dit betreft de mogelijkheid om vanuit een verhoging van belastingen en leges structurele risico’s op te vangen.

De onbenutte belastingcapaciteit wordt berekend door de maximale tarieven (artikel 12) te vergelijken met de gehanteerde tarieven. Het Ministerie publiceert de artikel 12 tarieven jaarlijks bij de mei circulaire van het gemeentefonds.  

De berekening van de onbenutte belastingcapaciteit is als volgt:

Soort

WOZ-waarde
 per 30-6-2024

Tarief
Dalfsen

Tarief 
art. 12

Verschil
in tarief

Onbenutte 
capaciteit

eigenaar woning

5.200.818.000

0,0985

0,15950

0,0610

3.172.000

eigenaar niet-woning

646.204.000

0,2308

0,15950

-0,0713

n.v.t.

gebruiker niet-woning

513.530.000

0,2216

0,15950

-0,0621

n.v.t.

Totaal

3.172.000

Het eigen gemeentelijke tarief 2024 voor zowel eigenaar als gebruiker niet-woning is hoger dan het zogenaamde artikel 12 tarief. Dit betekent dat er voor deze twee componenten geen sprake is van onbelaste belastingcapaciteit en deze zijn daarom niet meegenomen in de berekening. De rekentarieven van de gemeente Dalfsen voor 2024 staan gepubliceerd op de website van de GBLT. Het tarief artikel 12 status is afkomstig uit de mei circulaire 2024.

Het totale verwachte weerstandsvermogen 2025 ziet er als volgt uit:

Incidentele weerstandscapaciteit

17.543.120

Structurele weerstandscapaciteit

3.172.000

Totale weerstandsvermogen

20.706.120

Deze pagina is gebouwd op 10/29/2024 09:54:19 met de export van 10/29/2024 09:52:11